Aardappelen zijn de basis van veel fantastische gerechten. Gekookt, gebakken, gepureerd of als dikke of dunne frietjes uit de frituur of airfryer, we hebben allemaal onze favoriete manier om een van de meest veelzijdige gewassen van de natuur te eten.
Aardappelen (Solanum tuberosum) zijn knollen die groeien en zich vormen aan de wortels van de plant. De plant maakt daarnaast ook bloeiende scheuten die boven de grond uit komen.
De eetbare knollen, een belangrijk koolhydraat, zijn ook rijk aan kalium. Aardappelen zijn een veelzijdig ingrediënt, zowel warm als koud gegeten en op verschillende manieren klaargemaakt. Gelukkig is het makkelijk om zelf thuis aardappelen te kweken, zowel in potten als in de volle grond. Slechts enkele planten kunnen al een flinke oogst opleveren.
De beste tijd om aardappelen te planten
Als je pootaardappelen gaat kopen, neem dan goed de tijd om de rasnaam te onderzoeken en te kijken welke soort aardappel het is. De vele verschillende soorten zijn geschikt voor diverse bereidingsmethodes. Over het algemeen zijn jonge aardappelen beter geschikt om te koken en voor salades omdat ze minder zetmeel bevatten en dus minder snel verkruimelen. Grotere aardappelen zijn over het algemeen het meest geschikt om te pureren en te bakken.
Aardappelen worden onderverdeeld in drie groepen; vroege, halfvroege en late aardappelen. Deze groepen geven aan wanneer aardappelen moeten worden gepoot en wanneer aardappelen moeten worden geoogst. Deze tijden zijn wel afhankelijk van lokale vorstdata.
-
De vroege aardappelen zijn snel te oogsten, worden meestal eind maart geplant, en in juni tot juli geoogst. Deze kleine aardappelen worden dikwijls de nieuwe aardappelen genoemd. Met een dunne schil en zoetere smaak, kun je ze het best vers eten. Ze zijn niet echt geschikt om te bewaren.
-
Halfvroege aardappelen worden meestal geplant in de eerste helft van april en geoogst van juli tot augustus. Ze zijn groter dan de vroege aardappelen, maar kleiner dan de late aardappelen.
-
De late aardappelen worden in de tweede helft van april gepoot en geoogst in augustus tot oktober. Ze zijn duidelijk groter dan de andere twee groepen en kunnen de hele winter worden bewaard en gegeten.
Benodigdheden om zelf aardappelen te kweken
Dit is wat je nodig hebt om zelf aardappelen te kweken:
1. Pootaardappelen
2. Aardappelmeststof
3. Plantenbak of kweekzak
4. Troffel
5. Tuinvork en spade
6. Gieter
7. Opslagkratten, tassen of zakken
Hoe poot je aardappelen
In plaats van oude kiemaardappelen te gebruiken, is het beter om gecertificeerde pootaardappelen te kopen, omdat deze ziektevrij zijn. Pootaardappelen zijn van de late winter tot de lente verkrijgbaar. Als je ze vóór het planten koopt, kun je ze een voorsprong geven door ze alvast te laten kiemen.
Het kiemingsproces houdt in dat je pootaardappelen op een koele, lichte en vorstvrije bewaart om ze daar alvast te laten ontkiemen. Kiemende aardappelen zijn kwetsbaar en de kiemen kunnen afbreken. Wees dus voorzichtig als je de kiemende aardappelen oppakt en verplaatst. Als je geen tijd hebt om de aardappelen te laten kiemen voor je ze gaat poten, dan moeten ze alsnog ondergronds ontkiemen. Ondergronds kan het wat langer duren voordat de scheuten verschijnen.
Aardappelen in de volle grond poten
-
Aardappelen groeien in de meeste grondsoorten, maar groeien het best op losse, vruchtbare grond in de volle zon.
-
Je kan de grond voorbereiden door in de herfst voor het poten, alvast goed verteerbare mest toe te voegen aan de grond of aardappelmest te gebruiken als je ze gaat poten.
-
Graaf ondiepe greppels van 7,5 - 15 cm diep en poot de aardappelen met de spruiten of ogen naar boven gericht. Vroege aardappelen kunnen dichter bij elkaar gepoot worden.
-
Vul de greppels en bedek de pootaardappelen met aarde en geef ze daarna water. Geef niet te vaak water voordat je scheuten ziet. Als de grond te drassig wordt kunnen pootaardappelen gaan rotten.
Aardappelen poten in plantenbakken
Heb je zware kleigrond, of heb je te weinig ruimte, dan is aardappelen kweken in verhoogde bedden of plantenbakken een betere optie. Late aardappelen kunnen in bakken gekweekt worden, maar de beperkte ruimte kan de vorming van knollen tegenwerken. Vroege en halfvroege aardappelen hebben kleinere knollen en zijn daardoor beter geschikt om in bakken te kweken.
-
Gebruik ongeveer 10 liter compost per pootaardappel, plant dus in een pot van 40 liter maximaal vier pootaardappelen.
-
Gebruik bij het poten in bakken een goede kwaliteit potgrond en aardappelvoeding en zorg ervoor dat de bak of zak voldoende gaten heeft voor de afwatering.
-
Vul de bak voor een kwart met compost en plaats de pootaardappelen op het compostoppervlak met de scheuten of ogen naar boven.
-
Bedek de pootaardappelen met meer potgrond tot ongeveer 2,5 cm onder de bovenkant van de bak. Geef ze water en wacht tot de scheuten verschijnen.
Het kweken van aardappelen
Geef de planten tijdens de actieve groei voldoende water, vooral tijdens droge periodes, en blijf meststof geven voor een betere oogst. Bloemen zijn een teken dat de plant aardappelknollen in de grond aan het vormen is.
Tijdens de groei moet de grond rond de basis van de planten steeds opgehoopt worden. Zo hou je de plantenwortels koel en bescherm je de knollen die dicht aan het bodemoppervlak groeien tegen blootstelling aan de zon. Als je dit niet doet, kunnen ze groen en giftig worden.
Aardappelscheuten zijn kwetsbaar. Als er scheuten verschijnen terwijl er kans op vorst is, kun je ze het best beschermen met stolpen of met tuinbouwvlies. Een extra voordeel van het telen van aardappelen in bakken; je kan ze makkelijk verplaatsen als er kans op vorst is.
Mogelijke problemen
Aardappelplanten zijn vatbaar voor ongedierte, zoals slakken en aalworm, en ziekten zoals aardappelziekte, die kunnen ontstaan door natte en warme omstandigheden. Aardappelziekte veroorzaakt uiteindelijk rot aan de stengels en knollen, waardoor de plant sterft.
Kies aardappelrassen die resistent zijn tegen bacterievuur, zoals Setanta of Sarpo Mira, of kweek vroege aardappelen die meestal al geoogst zijn voor bacterievuur een probleem kan worden. Ook kan je er voor kiezen aardappelsoorten te nemen die resistent zijn tegen bepaalde plagen en ziektes.
Wanneer oogst je aardappelen
Je kan beginnen met het oogsten van je aardappelen zodra de bloemen afsterven. Veel moestuiniers wachten echter liever een paar weken, zodat alle aardappelknollen een laatste kans hebben om groter te worden voordat ze worden geoogst.
Uiteindelijk zullen het blad en de stengels van de aardappelplant geel worden en afsterven. Een goed moment om te beginnen met oogsten. Ook is dit het signaal om te stoppen met water geven. Door dit minimaal een dag of twee voor de oogst te doen, geef je de grond de kans om te drogen, waardoor het oogsten een stuk schoner werk wordt.
Hoe oogst je aardappelen
Graaf de hele plant uit met een tuinvork of een spade, maar zorg er wel voor dat je de aardappelen niet spiest. Sommige aardappelen vallen makkelijk van de wortels en anderen moeten voorzichtig van de wortels losgemaakt worden.
Na de oogst kun je de aardappelen laten drogen om uit te harden. De aarde die op de aardappelen achterblijft heeft dan de kans om te drogen, wat het schoonmaken makkelijker maakt. Om te bepalen welke aardappelen je wil eten en welke je wil bewaren, test je de aardappelschil met je vinger; scheurt de schil vrij makkelijk als je er op drukt, dan moet deze snel gebruikt worden. De aardappelen met een stevigere huid kunnen worden bewaard. Bewaar ze ergens donker, koel en goed geventileerd, bijvoorbeeld in een papieren zak of jutezak.
Er gaat niks boven het telen, koken en eten van je eigen aardappelen. Denk maar eens aan alle culinaire mogelijkheden.